Publicatie
Gewicht in de schaal door Marius Buiting: jezelf opnieuw uitvinden
Gewicht in de schaal door Marius Buiting
Jezelf opnieuw uitvinden
Op het ledencongres hield Diana Monissen een vlammend betoog over het Prinses Máxima Centrum; een vernieuwende manier van organisatiestructuur, het werven van personeel en van de zeggenschapsverhoudingen in de vorm van een coöperatie waarin ouders van kinderen met kanker en professionals een plek hebben. Op de dag in september rond toezicht en duurzaam organiseren kregen we de casus van ziekenhuis Bernhoven voorgeschilderd, met ook een heel eigen manier van eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen, deze keer vormgegeven als een BV. Twee voorbeelden van het inrichten of herinrichten van een organisatie en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheid en zeggenschapstoebedeling. Veel organisaties hebben in het verleden gekozen voor het stichtingsmodel. Later ontstond daarbinnen een rolverdeling tussen de raad van toezicht en raad van bestuur en ontstonden er inspraak- en medezeggenschapsorganen zoals de ondernemingsraad en de cliëntenraad.
Maar stel dat u de vrijheid zou nemen een zorg- of welzijnsorganisatie van de grond af aan op te bouwen, of de bestaande organisatie geheel te hervormen passend bij de samenleving van morgen. Zouden onze bestuur- en toezichtmodellen er dan niet heel anders uitzien? Op veel plekken in de samenleving zien we experimentele ruimte ontstaan om organisaties anders vorm te geven. Maar mijns inziens moet het niet bij experimenten blijven. Doordat de samenleving sterk in beweging is en er zich steeds nieuwe vraagstukken en antwoorden voordoen, zou elke organisatie zichzelf een plezier doen zich regelmatig opnieuw uit te vinden. De NVTZ wil dit soort ontwikkelingen op de voet volgen. Allereerst binnen de eigen ledenorganisatie, daarvoor is een werkgroep ‘vernieuwing in toezicht’ ingesteld. Maar het zou fijn zijn als deze groep ook door u gevoed wordt. In deze rubriek wil ik u dan ook vragen om ons op de hoogte te stellen van nieuwe bestuurlijke vormgeving van uw eigen organisatie of het verlangen daarnaar, alsmede van organisaties die u op het spoor komt die een dergelijke vernieuwing al hebben gerealiseerd.
Marius Buiting
Directeur NVTZ
Besturen in de semi-publieke sector,
Er lijkt geen einde te komen aan de berichten over de misstanden in de semi-publieke sector: fraude, belangenverstrengeling, onverantwoorde risico’s, excessieve beloningen, falend toezicht, etc. We kunnen dit niet blijven afdoen als “ongelukkige incidenten”. Het is tijd om te kijken naar structurele oorzaken, waarbij naar mijn mening in ieder geval aandacht moet besteed worden aan de bestuursvorm in deze sector.
Het laatste decennium van de vorige eeuw werd gekenmerkt door de terugtredende overheid en als het spiegelbeeld daarvan de opkomst van de marktwerking, resultaat van het paarse kabinetsbeleid.
Wat vroeger werd aangeduid als de non-profit sector - of ook wel als de gesubsidieerde en gepremieerde sector - ontwikkelde zich snel naar wat we nu aanduiden als de semi-publieke sector.
Zonder dat er serieus onderzoek en discussie daarover heeft plaats gevonden kopieerde deze sector de bestuursstructuur van de private sector: Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen, in de zorg meestal Raad van Toezicht genoemd, wellicht bedoeld om het wat minder bedrijfsmatig te laten klinken.
Wij zijn vergeten dat waar sprake is van een semi-PUBLIEKE sector er tegelijkertijd ook een semi-PRIVATE sector is. Het semi-private deel is goed bediend met de nu gangbare bestuursstructuur, maar het semi-publieke deel is verwaarloosd.
Kenmerkend voor het publieke domein is de democratische controle, uitgeoefend door vertegenwoordigende lichamen zoals Tweede Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraden. Ik weet ook wel dat die democratische controle niet altijd goed functioneert als gevolg van tal van factoren als b.v. ongelijke informatie tussen bestuurders en controleurs, maar het systeem biedt de mogelijkheden en de vertegenwoordigers kunnen er gebruik van maken.
In het semi-publieke domein is niets meer terug te vinden van democratische verantwoording. De Raad van Toezicht vult zich zelf aan via coöptatie, hoewel tegenwoordig wel na een publieke vacature melding. Naast het Jaarverslag (wie zou dat trouwens lezen?) is er geen vorm van publieke verantwoording. Er is een risico dat er een kloof van onverschilligheid, wantrouwen of zelfs vijandigheid ontstaat tussen de samenleving en de maatschappelijke instituties, nog verder aangewakkerd door de vele uitwassen van frauduleuze activiteiten, megalomaan gedrag van bestuurders en falend toezicht.
Ik zou een groot voorstander zijn van een discussie gericht op het ontwikkelen van een bestuursstructuur voor de maatschappelijke onderneming die recht doet aan het publieke aspect (democratische verantwoording) en het private aspect (ondernemingsvrijheid). In mijn opinie zou de gemeenteraad daar een rol in moeten spelen, omdat de gemeente na de decentralisatie een steeds grotere rol is toebedeeld op het terrein van wonen, welzijn, zorg en dienstverlening.
Mathieu Geurts