Publicatie
Atlas van toezicht bevat onjuist principe
Hans Hoek en Ria van den Dungen tonen aan dat de Atlas in strijd met de wet en met de governancecode is. Bovendien worden publiekrecht en privaatrecht door elkaar gehaald.
Details
Download 43 KB
Reactie Ton van Zonneveld en Bas Baanders op artikel Hans Hoek: “Atlas van het Toezicht bevat onjuist principe”
Over Harry Mulisch gaat het volgende verhaal: een dame vroeg hem zijn boek te signeren. Mulisch vraagt: “heeft u het gelezen?” Ja, zegt ze, “ik vond het heel mooi.” Mulisch: “dan is het nu niet mijn boek, maar uw boek.”
We willen maar zeggen, er bestaat zoiets als de kunst van het schrijven en de kunst van het lezen. Hans Hoek reageert kennelijk nogal op het woord mandaat. Hij doet dat naar de letter en zeker niet naar de geest van het boek. Het is ook niet hoe we als schrijvers het bedoeld hebben, maar dat kan hij niet weten en wij wel. Op de gewraakte pagina’s wordt wellicht enigszins ongelukkig het woord “mandaat” gebruikt, maar Hans Hoek gaat volledig voorbij aan de bedoeling van de tekst. Dat neemt niet weg dat enige reflectie op de genoemde passages op zijn plaats is, want mogelijk lezen meer mensen met een vergelijkbare interpretatie – en dat zou jammer zijn.
Met de tekst wordt natuurlijk de vraag aan de orde gesteld wat de kern is van het werk van de toezichthouder. Als RvT draag je er primair zorg voor dat er een adequaat bestuur van een organisatie is. Dus: de juiste mensen benoemen, deze mensen op een goede manier begeleiden en beoordelen, en, als dit noodzakelijk is, deze mensen ontslaan. Benoemen – beoordelen – en ontslaan, dit zijn uiteindelijk de belangrijkste instrumenten die toezichthouders in handen hebben om er voor te zorgen dat er een adequaat bestuur is. Deze werkgeversrol heeft een grote impact op de koers die gevaren wordt. Wij citeren hier overigens uit de jaarlezing “Goed bestuur, goed toezicht” van Wim Kuijken (2015).
Natuurlijk is het leuk als het boek voor discussie zorgt. En nog leuker wordt het als die discussies bijdragen aan herziening. Maar helaas sluit Hans Hoek alle discussie uit. Hij meet zichzelf de ultieme autoriteit aan, spreekt van een “fout” in plaats van een opvatting en gaat de publiciteit in zonder tevoren contact te zoeken met de auteurs. Alsof het hier gaat om goed of fout, om grammatica. Nooit gehoord van hoor en wederhoor, lijkt het wel. Als hij nou de discussie wel had gezocht, had dat wellicht tot een gemeenschappelijke publicatie kunnen leiden. En wellicht hadden we zelf dan ook bijgedragen aan commentaar op onze eigen tekst, daar is niks mis mee. Natuurlijk mag het zo, maar chic vinden we het niet. Want eenmaal in de loopgraven wordt het bajonetvechten en verwordt wat potentieel een zinvolle discussie kan zijn tot heilloze polemiek. Bij zijn verzoek om de “fout” te herstellen overschrijdt hij de grenzen van het betamelijke. Wie zijn collega’s als schooljongens behandelt maakt van zichzelf een onmogelijke schoolmeester.
Hoek geeft een nauwe, juridisch bestuurlijke invulling aan het begrip mandaat. En komt dan met een verhaal dat natuurlijk klopt met de manier waarop hij leest. Ook niet volledig, overigens, want zijn betoog is gestoeld op wetgeving over het bestuur, niet over de RvB of de RvT. Maar daarmee bevecht hij wel een stelling die hij zelf kiest, en die in de Atlas niet wordt ingenomen. In normaal Nederlands betekent mandaat ook gewoon zoiets als opdracht. En het zou raar zijn om te ontkennen dat de RvT de opdracht heeft om te zorgen voor goede besturing. Dat die opdracht niet van de RvT komt maar vanuit de wet: het zij zo. In de praktijk is de RvT opdrachtgever en werkgever. Om in Mulisch’ termen te blijven staat hier in het boek van Hoek een fout, in ons boek niet.
Wij willen graag het pad van de élégance bewandelen en samen de reflectie zoeken. Wij bedanken Hans voor zijn positieve inspanning en stellen voor alsnog te komen tot een zinvolle reflectie op de gewraakte passages en wellicht ook andere delen uit de Atlas. We voelen ons uitgenodigd om iets nader in te gaan op de geest achter het boek en achter de genoemde passages. En dat doen we graag.
Ton van Zonneveld en Bas Baanders, auteurs van de Atlas van het Toezicht
Dhr. prof. dr. Hans Strikwerda reflecteert ook op de Atlas van het Toezicht en de discussie die naar aanleiding hiervan werd gevoerd. Bekijk zijn reactie in bijgevoegd document.
> Reactie Hans Strikwerda