Publicatie
Kunnen filosofen helpen bij maatschappelijke problemen als depressie?
Kunnen filosofen helpen bij maatschappelijke problemen als depressie? Die vraag stond vandaag (23-10-18) centraal in een artikel in de Trouw. In het artikel beargumenteer Bert van den Bergh dat depressie niet een stemmingsstoornis is maar een afstemmingsstoornis. In de neoliberale samenleving wordt het gevoel van vervreemding van de wereld om ons heen vaak beantwoord met een schreeuw om meer autonomie. Het losbreken uit relaties en het dagelijkse. Van den Bergh stelt dat juist deze beweging van het verbreken van relaties leidt somberheid.
Om deze vervreemding tegen te gaan dient de mens op elementaire wijze verbonden te zijn met andere en de wereld. Van den Bergh noemt deze verbondenheid, geïnspireerd door Duits socioloog Hartmunt Rosa, resoneren met de werkelijkheid.
Het betoog van Van den Bergh deed mij denken aan de lezing van Hans Achterhuis tijdens het afgelopen Governance College (10-10-18). Achterhuis gaf een filosofisch vertoog met betrekking tot de vraag: Wat is autonomie? En, hoe komt autonomie tot stand? Zijn vertoog eindigde met de conclusie dat de mogelijkheidsvoorwaarde voor autonomie en zelfbepaling (mede gestoeld op de filosofie van Hannah Arendt), wellicht contra intuïtief, juist gebondenheid en sturing zijn. Met andere woorden, om autonoom te zijn dient de mens een afhankelijkheid van andere mensen toe te staan.
Uit deze twee vertogen is op te maken dat vanuit filosofisch perspectief somberheid, en of depressie, te voorkomen is door het onderhouden van relaties met andere, op dat het resoneren met de werkelijkheid dan mogelijk blijft.