Publicatie
Blog - Tussen pilaarheilige en zoutpilaar
Monnik Simeon de Pilaarheilige of Simon de Styliet (389-459) was een tomeloos man. Toen het communeleven hem niet radicaal genoeg bleek, introduceerde hij, na enkele jaren van stil gebed in een grot in de woestijn, een nieuwe vorm van kluizenaarsleven: het stylietendom. Hij bouwde een soort zuilenplatform op een paar meter hoogte en leidde een godgewijd bestaan onder de blote hemel. Simeon bleef niet onopgemerkt. Het werd dringen aan de voet van deze pilaar. Binnen afzienbare tijd verschenen er zelfs keizers van het Byzantijnse Rijk die hem om raad kwamen vragen. Om zich ook wat aan het gekrioel te kunnen onttrekken maakte Simeon zijn pilaar stapsgewijs hoger, om uiteindelijk een keurige achttien meter te bereiken. Ook zijn eigen ster bleef rijzende. Simeon inspireerde velen en het stylietendom zou tot ver in de 10e eeuw een wijdverbreid verschijnsel zijn.
Vandaag de dag zou het ietwat wrang zijn onszelf met de hooggespannen verwachting op te zadelen dat wij het stylietendom wel even nieuw leven inblazen. Het is niet zomaar een erfenis. Maar wat zou u als toezichthouder van Simeon de Pilaarheilige kunnen leren? En tot welk punt zou het navolgen van hem nog vruchtbaar zijn?
Laten we beginnen bij de vruchten. Simeon had duidelijk rust, ruimte en afstand van de dagelijkse gang van zaken om te kunnen overdenken. Daarbij kon hij vanaf zijn pilaar van heinde en verre overzien wat hem te wachten stond en moeten we hem nageven dat hij over een jaloersmakende overgave beschikte. Verder valt op dat Simeon in verbinding bleef staan met de wereld, hoe zonderling hij ook leek. Hij was beschikbaar voor alle pelgrims die door het mulle woestijnzand tot hem kwamen. Bij de pilaar kon zo een knooppunt van mensen en ideeën ontstaan en werd later zelfs een kerk opgetrokken.
Hoewel zijn inspanningen indrukwekkend waren, hadden ze ook iets onmenselijks. Wie in deze tijd streeft en leeft als Simeon, zet nogal wat op het spel. Zo’n pilaarheilige après la lettre zou zomaar kunnen veranderen in een zoutpilaar wanneer er praktisch werk moet worden verricht, onbewogen op het moment dat beweging meer op z’n plaats is, en misschien zelfs ongenaakbaar lijken voor anderen. En waar vervreemding tussenbeide komt, vervreemding van wat of wie dan ook, is voor iemand met een publieke functie het einde zoek.
Bestuurders en toezichthouder zijn misschien niet in de wieg gelegd voor een heiligenbestaan. Toch zou het verhaal van Simeon ertoe kunnen inspireren extra aandacht te geven aan zaken waaraan we vaak ongemerkt voorbijgaan. Het tot op zekere hoogte navolgen van deze styliet is dus zeker de moeite waard.
Bepalen tot welk punt dit is, moet dan maar proefondervindelijk worden vastgesteld. Dat wil zeggen: door vrijmoedig te durven zweven in het grijze gebied tussen pilaarheilige op afstand en mens onder de mensen in. Uitkomend bij de positie vanwaaruit je het geheel weer kunt overzien en onafhankelijk en fris kunt nadenken. Een confronterend punt waarop je wordt teruggeworpen op jezelf en oefent in overgave, maar je vervolgens op het juiste moment weer een duwtje krijgt over de rand van het ‘mensenbad’ heen en ook weer te bewegen bent tot nabijheid.
Wie dit grijze gebied is gaan verkennen, heeft ongetwijfeld moeten constateren dat publieke functionaris zijn geen opwaartse klim is richting volmaakte vroomheid of wijsheid, maar een doorlopend schipperen tussen verschillende posities, waarbij de voet van de pilaar nooit ver weg is. Ook jij kunt weer aan het begin komen te staan of plots in het oog van de storm belanden. Ook jij kent momenten waarop je maar beter naar anderen kunt opkijken voor steun of voor wijze raad. Tegelijk kan het louterend zijn jezelf geregeld op eenzame hoogte terug te trekken - zonder daar als zoutpilaar te eindigen.