Publicatie
Evaluatie rvt met externe begeleider van toegevoegde waarde?
Evaluatie rvt met externe begeleider van toegevoegde waarde?
07-02-2018
DE FREQUENTIE GROEIT
Zorggovernance
Net als in 2013 heeft de NVTZ (Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn) ook in 2017 onder haar leden een enquête gehouden over het uitvoeren van evaluaties met een externe evaluator. De frequentie groeit.
Het bewustzijn van het belang van evaluatie met een externe begeleider lijkt toe te nemen. In 2013 voerde de meerderheid van de respondenten (60%) een evaluatie uit met externe begeleiding. Van de 196 raden van toezicht deed 17% dit één keer per jaar, 21% één keer per twee jaar en 22% minder dan één keer per twee jaar. In datzelfde jaar verwachtte 12% van alle responderende voorzitters dat de frequentie van een evaluatie met een externe evaluator in de toekomst hoger zou worden. 59% verwachtte dat de frequentie gelijk zou blijven. Slechts 5% verwachtte minder vaak een evaluatie onder begeleiding van een externe partij uit te voeren.
Frequentie groeit
Vier jaar later heeft 68% van de respondenten een evaluatie onder externe begeleiding laten uitvoeren. Uit de resultaten blijkt dat enkele rvt’s zich vaker dan één keer in de drie jaar door een buitenstaander laten begeleiden. Daarmee lijkt het bewustzijn van het belang van evaluatie met een externe begeleider toe te nemen.
Deze bevindingen stroken niet met de uitkomsten van de Board Survey van Quist Executive Coaches over de zelfevaluatie van ruim 30 academische en topklinische ziekenhuizen. Zij ontdekten dat het aantal raden van toezicht van ziekenhuizen dat aan (in- en externe) zelfevaluatie deed, afnam. Voerde in 2010 zes procent geen zelfevaluatie uit, in 2015 was dit gestegen tot 24%. Het leeuwendeel van de zelfevaluaties was intern. Iets minder dan de helft van de instellingen gaf aan nooit met een externe te evalueren. De toename in evaluaties met een externe begeleider die werd gevonden in de NVTZ-enquêtes is vooral te zien vanaf 2016. Bovendien richtten deze enquêtes zich niet op een bepaalde subsector. De verschillen in verslagperiode kunnen een verklaring zijn voor de gevonden discrepantie. Een andere verklaring voor deze discrepantie kan zijn dat het evaluatiegedrag van raden van toezicht in het ziekenhuiswezen afwijkt van zelfevaluatie in andere deelsectoren van de zorg.
Ervaring
Belangrijke criteria bij het kiezen van een geschikte evaluator zijn: ervaring (67%), positieve referenties (42%), de gebruikte methode (39%), zijn of haar beroepsachtergrond (34%), prijs/kwaliteit (25%) en een relatie met de voorzitter of lid van rvt uit het verleden (23%). Andere redenen die genoemd werden, waren eerdere positieve ervaringen met de evaluator, op advies van externe begeleiders, de NVTZ of andere organisaties.
De meerderheid van de respondenten (62%) van de NVTZ-enquête in 2017 gaf aan dat de evaluatie onder externe begeleiding tot andere inzichten heeft geleid dan de interne evaluatie. Zo gaf de externe evaluatie meer inzicht in de persoonlijke drijfveren van de leden en in de onderlinge verhoudingen, was er meer ruimte voor zelfreflectie (zowel op individueel als groepsniveau), werd er een basis gecreëerd voor een toekomstvisie en werden gevoelige onderwerpen makkelijker bespreekbaar gemaakt. Ook gaf de evaluatie onder externe begeleiding meer inzicht in de rollen, taken en verantwoordelijkheden van de rvt. De door de evaluator gebruikte methode, zijn of haar objectieve benadering, professionaliteit, scherpe en frisse blik werden positief gewaardeerd. Dat de voorzitter onderdeel was van het geheel werd als voordeel gezien ten opzichte van een interne evaluatie. In het algemeen werden de verdieping en verbreding die de externe evaluatie met zich meebracht gewaardeerd.
Waardevolle toevoeging
Concluderend kunnen we stellen dat het aantal evaluaties onder externe begeleiding onder de NVTZ-leden de laatste jaren wat toeneemt. Bij het selecteren van een geschikte evaluator blijken ervaring en positieve referenties belangrijk. Periodieke evaluatie met een externe begeleider wordt door het overgrote deel van de respondenten als een waardevolle toevoeging aan de interne evaluatie gezien. Aan de ene kant leidt externe evaluatie tot nieuwe inzichten in het gedrag, de waarden en drijfveren van de (individuele leden van) de rvt, aan de andere kant leidt het tot inzichten op het instrumentele en normatieve vlak. Deze nieuwe inzichten kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het toezicht houden.