Publicatie
Wijsheid uit de Hindoestaanse cultuur
‘Waarden waaraan Hindoestanen kunnen hechten’
Bijdrage door Roberto Mangré, lid werkgroep diversiteit NVTZ
De NVTZ wilt graag wijsheden uit andere culturen onderzoeken en heeft de werkgroep diversiteit gevraagd om op ontdekkingstocht te gaan om deze wijsheden aan het licht te brengen opdat deze niet verloren gaan. Wat kunnen we als Raad van Toezicht (rvt) leren van andere culturen?
In deze bijdrage staat de hindoestaanse cultuur centraal.
Aanvangend volgt een korte beschrijving van de afkomst van hindoestanen met voor hen bijbehorende traditie, rituelen, gewoonten, gedrag en levensbeschouwing. Als toezichthouders meer inzicht krijgen in belevingen van een bepaalde doelgroep dan kunnen zij deze doelgroepen beter begrijpen, en de juiste keuzes maken voor de samenwerking en behoedzaam zijn voor verschillenblindheid. Want met omarmen van verschillen “diversiteit” creëer je waarde binnen een organisatie.
Oorspronkelijk afkomst
Hindoestanen komen oorspronkelijk uit India en hebben een rijke traditie vol levensbeschouwingen, filosofieën, godsdienst, rituelen en tradities. Toen de slavernij in Suriname werd afgeschaft, zochten de plantage-eigenaren nieuwe arbeiders. Hollanders en Britten sloten toen contracten af om arbeiders uit India naar Suriname te brengen. Vanaf 1873 zijn er vanuit het toenmalige Brits-Indië een groep Hindoestaanse contractarbeiders naar Suriname geëmigreerd. Na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 vertrokken vele Hindoestanen naar Nederland. In Nederland wonen nu circa 170.000 Hindoestanen.
Traditionele bestaan naar huidige bestaan
In Suriname leefden Hindoestanen van de landbouw. De Hindoestanen leefden in een gezamenlijk traditioneel systeem gevormd uit gezinnen van twee, drie of zelfs vier generaties. Allemaal wonen ze onder één dak en koken in dezelfde keuken. De bezittingen die er waren werden door iedereen gedeeld. De inkomsten werden bij elkaar gebracht en samen besteed voor de hele familie. Ook waren de families in religieus opzicht een eenheid, ze deelden hetzelfde geloof. Van geloof veranderen was niet mogelijk.
Kenmerken van het oude gezamenlijk familiesysteem waren:
- De vrouw is de baas in de keuken, terwijl de man op financieel gebied de baas is.
- Eigendommen en vee is gezamenlijk bezit, maar de man heeft het recht beslissingen erover te doen.
- Het inkomen wordt bij elkaar gebracht en gezamenlijk gebruikt om spullen te kopen voor het gezin.
- De vader is het hoofd van het gezamenlijk familiesysteem. Als hij te oud geworden is, of ziek is, dan wordt zijn taak door de oudste zoon overgenomen.
- Er wordt binnen het gezamenlijk familiesysteem veel tijd besteed aan religie en cultuur. Als je als lid van de familie je niet aan deze waarden en normen houdt kun je in problemen komen.
- De sociale controle binnen het gezin en de familie is erg groot, er is weinig privacy.
- De oudste is meestal verantwoordelijk voor het welzijn van het hele gezamenlijk familiesysteem.
Zo was het fenomeen verzorging- en verpleegtehuizen voor de oudere generatie Hindoestanen die nog in Nederland leven nieuw. Hier in Nederland wordt de hindoestaanse gemeenschap voor het eerst geconfronteerd met verzorging- en verpleegtehuizen. Het verschil van toen met nu is dat hindoestaanse ouderen ervan uitgingen dat hun kinderen wel voor hen zullen zorgen. Maar veel jonge hindoestanen zijn vertrouwd geraakt met de Nederlandse verzorgingsstaat en piekeren daar niet over. Merendeel van de ouders beschouwen een gang naar het bejaardenhuis als een nederlaag. De status is laag, een verzorging- verpleegtehuis wekt bij hen associaties met het verfoeide 'armenhuis' uit het land van herkomst. Veel hindoestaanse ouderen spreken gebrekkig Nederland, praten liever Sarnami. Zo zijn veel hindoestaanse bejaarden tussen wal en schip geraakt, met als gevolg dat hun gezondheid nogal eens te wensen overlaat.
Levensbeschouwing, traditie en rituelen
De meeste Hindoestanen leven volgens de rijke hindoeïstisch vedische traditie. Deze vedische traditie is eigenlijk een verzameling van alle levensbeschouwingen, filosofieën, godsdiensten en tradities die door de eeuwen heen in India zijn ontstaan. Hoewel al deze wegen uiteindelijk gebaseerd zijn op de Veda’s en de grondbeginselen hetzelfde zijn, zien we grote verschillen binnen de benadering van het hindoeïsme. De een ziet het als godsdienst, de ander als bewuste leefwijze, weer een ander als cultuur. Zo heeft het hindoeïsme voor ieder wat wils. Dat maakt het hindoeïsme ook weer een heel universele levensleer. Voor eenieder is er een waarheid. In het hindoeïsme mag iedereen op zoek gaan naar de waarheid. Die waarheid hoeft niet voor iedereen hetzelfde te zijn. Het hindoeïsme kent dus geen absolute waarheid. De waarheid is maar net hoe je die zelf waarneemt of wílt waarnemen. Daarbij passen wij over het algemeen allemaal een beetje dezelfde trucjes toe. De Hindoestanen zijn in Azië (voorouders), in Zuid-Amerika (nakomelingen van de voorouders) en in Europa (huidige Nederlandse hindoestaanse inwoners) op een bepaalde manier opgevoed. We hebben op school dingen meegekregen, zijn opgegroeid in een bepaalde omgeving of maatschappij zijn dingen gaan geloven en zijn er allerlei conclusies aan gaan verbinden die voor ons de basis vormen voor ons leven. Hierdoor ontstaan er verschillen tussen rituelen en tradities. Het verschil tussen rituelen en tradities is dat, dat tradities een variabele is en met de tijd meegaat. Rituelen daarentegen zijn vaste gegevens die duizenden jaren geleden zijn vastgelegd in de welbekende heilige boeken (Veda’s) en dienen uitgevoerd te worden zoals beschreven. Belangrijk is het ook om te weten dat de meeste Hindoestanen drie rituelen erg belangrijk vinden, deze zijn; rondom geboorte, huwelijk en tenslotte de dood.
Belangrijke levenswijze
De circa 170.000 Hindoestanen die op dit moment in Nederland wonen, komen voornamelijk uit Suriname. De traditionele waarden die het hindoeïsme in India heeft opgebouwd (zoals respect, eerbied voor god en het doen van je plicht), worden in een vorm gegoten van levenswijze en rituelen. Het gaat vooral om reïncarnatie en de karma-leer. Deze levenswijze en rituelen zijn nog steeds erg belangrijk voor de Nederlandse Hindoestanen. Voor je karma is het belangrijk om te weten dat er geen vergeving bestaat. Vergeving kennen ze niet in het hindoeïsme. Je moet alles zelf oplossen. En voor de slechte dingen die je hebt gedaan, moet je boeten. Tijd, plaats en omstandigheden spelen daarbij een heel belangrijke rol. Deze vormen immers de kaders waarin mensen kunnen leven en handelen. In het hindoe-geloof ben je zelf verantwoordelijk voor alles wat je doet. Dus het hindoeïsme is een manier van leven waarin je op zoek gaan naar betekenisvolle verbindingen binnen en buiten zichzelf. Omdat iedereen op zoekt gaat naar zijn of haar waarheid raakt de Hindoestanen soms erg geïnspireerd door gezegde en of uitspraken van wijze mannen als Gandhi, Boeddha, Dalai Lama, Rabindranath Tagore en Chinese wijsheden.
Een gezegde bij reïncarnatie is:
- Wees niet superieur ten opzichte van anderen, maar ten opzichte van je eerdere zelf-
Een uitdrukking van Dalai Lama bij reïncarnatie:
- Wie creëert Karma? Wij zelf door wat we denken, zeggen, doen en weglaten, creëren karma-
Een uitdrukking van Gandhi:
- De toekomst hangt af van wat je nu aan het doen bent-
- De beste manier om jezelf te vinden is om jezelf te verliezen ten dienste van anderen-
Een uitdrukking van Dalai Lama:
- Vanuit het gezichtspunt van de absolute waarheid, is alles wat we voelen en ervaren in ons dagelijkse leven een illusie. Van al de verschillende soorten illusie is het gevoel van discriminatie tussen onszelf en anderen de ergste vorm, daar het niets dan een gevoel van onbehaaglijkheid aan beide zijden teweegbrengt-
Huidige jonge gezinnen
De Hindoestanen konden zich vrij in Nederland vestigen. Ze worden getypeerd als een succesvolle geïntegreerde groep en zijn verder vrij onzichtbaar, maar er zijn natuurlijk genoeg interne problemen die het Nederlandse daglicht nooit tot zelden zien. Identiteitsbeleving, vooral bij de Hindoestaanse jongeren, is er daar een van. Verder zijn de Hindoestanen meestal hoog opgeleid. Ze zijn goed aangepast en nooit negatief in de pers. Het zijn écht mensen die van aanpakken weten. In het dagelijks leven neemt een pandit (hindoe priester die meestal kennis heeft gekregen door mondelinge overdracht van familieleden of kennissen) een belangrijke plaats in bij rituelen, traditionele gebeurtenissen en tradities. Hierbij is het van belang welke wijze woorden deze pandit in zijn of haar bagage heeft meegekregen om over te dragen. Maar in de basis heeft het merendeel van de Hindoestanen in hun jeugd al wat basisprincipes meegekregen. Voor mij waren dat; Heb zorg voor je ouders en ouderen. Heb respect voor anderen (dus behandeld één ander hoe je zelf behandeld wil worden). Zorg dat je kennis vergaart om niet onwetend te blijven. Wees gastvrij en verricht goede daden.
Een uitdrukking van Rabindranath Tagore:
- Sluit gij uw deur voor alle dwalingen, dan sluit ge de waarheid buiten-
Een kernwaarde binnen het hindoegeloof is “karma” dat je zelf verantwoordelijk bent voor alles wat je doet. Dus het hindoeïsme is een manier van leven waarin je op zoek gaat naar betekenisvolle verbindingen binnen en buiten zichzelf. Als zij als toezichthouder bijvoorbeeld de volgende vragen aan zichzelf stellen.
- Hoe gaan wij met cliënten om die hier niet geboren zijn en in een verpleeg- of verzorgingshuis belanden?
- Kun je je voorstellen dat iemand een ander geloof heeft? Wat weet je eigenlijk van die religie of cultuur?
- Hoe voel je als je hier niet geboren bent en in een “wit” verpleeg- of verzorgingshuis beland?
- Zijn er ook verschillen of overeenkomsten met bijvoorbeeld je dagelijkse gewoonten, beleving van ziekte, omgang met de dood, of het belang van gemeenschap binnen de doelgroepen?
- Hebben wij medewerkers binnen onze organisatie die op bovengenoemde vragen kunnen inspelen?
Ik hoop met dit stuk te bereiken dat toezichthouders van Zorg- & Welzijn instellingen zich gaan realiseren dat zij nog meer waarde kunnen creëren bij een organisatie
Roberto Mangré is jaren actief in de accountancy wereld en vervult nu een belangrijke rol als adviseur en inspecteur Toezichtontwikkeling bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit.
Ik zou blij worden als raden van toezicht in de provincie gaan inzien dat culturele- en etnische diversiteit er in de toekomst toe doet. Want onderzoek wijst steeds uit dat culturele- en etnische teams leiden tot meer afgewogen keuze bij diverse sociale-, economische- en culturele diversiteitsvraagstukken. Maar het allerbelangrijkste vind ik dat wij met de aanwezige diversiteit in de raden van toezicht het met elkaar gaan hebben over waar wij met z’n allen over drie-, vijf- of tien jaar voor willen gaan om een waardig bestaan te hebben.
Roberto Mangré