Heeft een bestuurder die vertrekt recht op vakantietoeslag?
De governance helpdesk van de NVTZ krijgt met regelmaat vragen over het uitkeren van de vakantietoeslag in het jaar dat het dienstverband van een bestuurder eindigt. Bestuurders en toezichthouders doen er verstandig aan om hier al aandacht voor te hebben bij het opstellen van de arbeidsovereenkomst van een bestuurder. Aan de hand van een casus legt Henk Jan van den Bosch, lid van het NVTZ-helpdeskpanel en WNT-specialist, uit waarom.
Een lid van de raad van toezicht van een zorginstelling waar de regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp op van toepassing is, belde mij met de volgende vraag.
“Onze bestuurder vertrekt eind deze maand en nu is er bij de eindafrekening discussie ontstaan over het uitbetalen van vakantietoeslag. De controller stelt dat het vanwege de WNT niet mogelijk is om deze volledig uit te betalen en de bestuurder meent dat hij recht heeft op uitbetaling, vakantietoeslag is bovendien een wettelijk recht.
De onderlinge verhoudingen zijn uitstekend en dat willen we graag zo houden.
Hoe kunnen we dat als Raad van Toezicht goed oplossen?”
Wat is er afgesproken in de arbeidsovereenkomst?
De bestuurder is op 1 juli 2016 in dienst getreden. De afgesproken bezoldiging is gelijk aan het bezoldigingsmaximum van klasse III van de regeling. De arbeidsovereenkomst is gebaseerd op het NVTZ/NVZD-model, waarin onder andere is vastgelegd:
- De bezoldiging is de som van beloning, vaste en variabele belaste onkostenvergoedingen en beloningen betaalbaar op termijn.
- De beloningscomponent bestaat uit salaris, vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Vakantietoeslag en eindejaarsuitkering zijn gelijk aan de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering die voor de bij de Stichting werkzame medewerkers zijn of worden vastgesteld.
- Binnen de bezoldiging vormen voornoemde drie bezoldigingscomponenten budgettair ‘communicerende vaten’. Jaarlijks kan de verdeling van de bezoldigingscomponenten binnen de bezoldiging in overleg tussen de Raad van Toezicht en de heer/mevrouw …… opnieuw worden vastgesteld.
De arbeidsovereenkomst met de bestuurder eindigt op 31 januari 2021. De afspraken die zijn gemaakt passen tot nu toe binnen de kaders van de WNT. De beloning is elk jaar gesplitst in een maandsalaris, vakantietoeslag en een eindejaarsuitkering.
Wat is nu het probleem?
De te betalen vakantietoeslag wordt maandelijks gereserveerd en in mei uitbetaald.
Bij een vertrek in januari 2021 zou er dan naast het maandsalaris ook nog 8 maanden vakantietoeslag (vanaf 1 juni 2020) moeten worden afgerekend. De controller geeft aan dat het uit te betalen bedrag dan hoger uitkomt dan het bezoldigingsmaximum van ruim € 14.000 voor de maand januari[1]. De overschrijding van ruim € 4.000 mag niet worden uitbetaald.
Hoe kan het een probleem zijn, dit zijn toch normale afspraken? Is er geen andere oplossing?
De overschrijding wordt veroorzaakt doordat de WNT uitgaat van het uitbetaalde salaris per kalenderjaar, er wordt geen rekening gehouden met reserveringen voor vakantietoeslag. In het laatste jaar van het dienstverband kunnen er dan overschrijdingen ontstaan door de eindafrekening van de vakantietoeslag.
De WNT biedt soms nog wel een oplossing. Overschrijdingen die kunnen worden toegerekend aan een eerder jaar zijn wel toegestaan, mits er in dat eerdere jaar nog ruimte is binnen het bezoldigingsmaximum. In dit geval bood dat geen uitweg, want de bezoldiging was in alle jaren gelijk aan het bezoldigingsmaximum.
Waar is het nu verkeerd gegaan?
Er zijn geen echte fouten gemaakt. De bezoldigingscomponenten zijn steeds berekend zoals afgesproken in de arbeidsovereenkomst. In het eerste jaar van het dienstverband (2016) is de bezoldiging berekend zonder rekening te houden met een reservering voor 6 maanden vakantietoeslag, vanaf 1 juli 2016. Vanaf 2017 was de reservering zelfs 7 maanden. Begin 2021 blijkt dat de reservering niet kan worden uitbetaald.
Dit is nogal ingewikkeld en wordt in de praktijk ook niet begrepen. Kan het niet eenvoudiger?
Ja, er is een eenvoudige oplossing om dit probleem te voorkomen door een afspraak in nieuwe arbeidsovereenkomsten te plaatsen om de beloning in een vast bedrag per maand (inclusief vakantietoeslag en eindejaaruitkering) uit te betalen. De jaarlijkse berekeningen van de uit te betalen bezoldigingscomponenten worden daarmee ook veel eenvoudiger.
Als de raad van toezicht voornemens is om de bestuurder te bezoldigen op of vlak onder het WNT-maximum dat voor de topfunctionarissen van de betreffende instelling geldt, is het verstandig aan om voor deze systematiek te kiezen.
En, hoe ging het verder bij de zorginstelling?
Na een goed gesprek met een duidelijke uitleg was ook de bestuurder overtuigd dat de afspraken correct zijn uitgevoerd. Een bedrag van € 4.000 kan niet worden uitbetaald.
De Raad van Toezicht heeft de uitbetaling van een vast bedrag per maand in de arbeidsovereenkomst met de nieuwe bestuurder opgenomen.
Henk Jan van den Bosch
www.WNTadvies.nl
[1] Het exacte bedrag is 31/365 * € 170.000 = € 14.438. Het WNT-maximum voor een gedeelte van een jaar wordt berekend op basis van kalenderdagen.